Ik was vergeten te kijken.
Dat besefte ik plots, toen ik gisteren stopte voor een filmpje tijdens mijn looprondje.
Ik had in Komoot een route gemaakt die een stukje overeenkwam met het parcours van de Stroomloop, het loopevenement waar ik binnenkort een halve marathon wil lopen. Ik heb al tijden mijn vaste loopplekjes, maar dit stukje zag ik voor het eerst. Zo’n heerlijk veldweggetje.
Ik bleef stilstaan voor een filmpje. Van weids gras met gele veldbloemetjes en paardenbloempluizen die in mijn gezicht dwarrelden. En toen viel het me te binnen. Hoe ik daarvan aan het genieten was. Van het uitzicht, van het warme laatavondzonnetje op m’n gezicht, van de podcast in mijn oren, van pijnvrij lopen.
Want vorige week had ik daags na een koppige 16 kilometer in te warm weer plots een vervelende pijn. Eentje die zich al manifesteerde tijdens de vijf minuten wandelen van mijn appartement naar de supermarkt. Niet goed.
De paniek was er meteen. Ik zag de halve marathon al aan mijn neus voorbij gaan. Was mentaal al mijn ticket te koop aan het zetten. Voelde bijna schaamte voor wat mensen nu weer zouden denken. “Daar is ze met al haar sporthorlogescreenshots en nu moet ze opgeven.” Tot ik me herinnerde dat ik niks te bewijzen heb. Want ik heb al eens een halve marathon gelopen. Een hele ook.
Toen ik besloot om voor de Stroomloop te gaan, was dat heel bewust zonder trainingsschema. Uiteraard wilde ik wel wat kilometers doen, maar zonder snelheidsdoel of trainingskalender. Want ik heb in 2020 en 2021 zo hard getraind – nee gelééfd - in marathonmodus dat ik in een loopburnout belandde. En het heeft heel lang geduurd eer ik kon loskomen van allerlei gedachten over wat “een loper” is.
Maar het competitiebeestje in mij is toch weer stiekem komen bovendrijven. Want ik ben misschien niet aan het trainen op een bepaald schema, maar ik heb de voor mij best werkende formule ontdekt. Zo voelt het toch. De combinatie van lopen, boksworkouts in de fitness, krachttraining en klimmen maakt dat ik me sterker voel dan ooit. Waardoor ik veel sneller dan verwacht langere afstanden liep en hogere tempo’s maakte. En dat creëerde toch weer een innerlijk verwachtingspatroon. Nog een beetje extra, een beetje meer, een beetje sneller ...
De paniekreactie van vorige week doet me beseffen hoe sterk die stem in mijn hoofd nog is. Die het nooit goed genoeg vindt. Gedwongen vertragen deed me weer kijken.
Naar de reden waarom ik de Stroomloop wilde lopen. Omdat ze hier in ‘mijn’ stad is. Waar de mooie natuur me altijd weer verrast. Door weer langere tochten te maken, heb ik de voorbije periode echt genoten van het onderweg zijn: langs bos, stroom, kanaal, over en onder bruggen door.
Gedwongen vertragen deed me niet alleen kijken naar mijn omgeving, maar ook naar oude gedachtepatronen die weer bovenkwamen. Ik zie ze, ik neem nota en ik spreek ze tegen.
Ik ben goed genoeg, misschien zelfs meer dan goed. Ik ga 21 kilometer keihard genieten. Misschien ga ik vertragen, misschien ga ik stilstaan. Maar niet stoppen. En zeker niet vergeten kijken.
Veel plezier op je halve marathon! Massa's respect daarvoor.